09 mei 2013 ~ 0 Comments

Opinie: Zelfstandige; welke zelfstandige?

Ruim acht jaar geleden koos ik voor het zelfstandig ondernemerschap. Zonder personeel wel te verstaan. Geen gedoe dacht ik toen. Zelfstandige zonder Personeel ; ZZP’er dus. Al snel bleek ik niet de enige. Steeds meer kwam ik mensen tegen die met een fris ontworpen visitekaartje de boer op gingen.  Zonder personeel, vol ideeën en ambities. Leuk zou je denken. Bijna een miljoen inmiddels. Maar vaker en vaker kwam ook ik collega zelfstandigen tegen die hun visitekaartje presenteerde nadat bij hun oude werkgever een reorganisatie plaats had gevonden. Was hier sprake van bewuste keuze voor het ondernemerschap of een sluwe vondst gedurende een beëindigingsgesprek?

Over welke zelfstandige, welke ZZP’er hebben we het eigenlijk? Kunnen we de groep van bijna een miljoen als één geheel beschouwen? Een brief van de FNV zelfstandigen aan de fractievoorzitters uit de Tweede Kamer uit juni 2012 geeft een praktisch handvat voor een meer precieze indeling van het begrip Zelfstandige Zonder Personeel.

De eerste groep die men in deze brief noemt is de zogeheten deeltijd ondernemer. Deze zijn een bedrijf begonnen uit een soort hobby en werken daarnaast in loondienst. Een handel in wijn, het ontwerpen van websites ingeschreven bij de Kamer voor Koophandel en dat allemaal voor minder dan 1225 uur per jaar. De deeltijd ondernemer is dus niet financieel afhankelijk van haar of zijn bedrijf.  En in een aantal gevallen baart oefening kunst en besluit men op een bepaalde dag de grote stap te wagen. En als dat tot iets moois uitgroeit dan heeft het deeltijd ondernemerschap zich bewezen.

Een tweede groep is de zogeheten onzelfstandige. Men schat deze groep op 5 tot 10 % van het aantal zelfstandige. Men is afhankelijk van één opdrachtgever, vaak de oud werkgever. Het inkomen schommelt rond het bestaansniveau. Er bestaan verder geen overeenkomsten tussen de onzelfstandige en de opdrachtgever. Er ingeluisd dus. Niet echt een voorbeeld van ondernemerschap.

Een derde groep is de bewust zelfstandige. Deze heeft bewust gekozen voor het ondernemerschap. Er is sprake van een variëteit van opdrachtgevers.  De bewust zelfstandige is zich bewust van de risico’s van het ondernemerschap en heeft de belangrijkste zaakjes op orde. Al blijkt wel dat pensioen en een arbeidsongeschiktheid ook voor veel van deze bewust zelfstandige een ondergeschoven kindje blijft.

En last but not least is er dan ook nog de topzelfstandige. Dit zijn de zelfstandige die traditioneel een erkend zelfstandig bestaan hebben. Medisch specialisten, advocaten zijn hier voorbeelden van. Deze groep heeft alle zaakjes op orde inclusief pensioen en arbeidsongeschiktheid.

Deze indeling biedt in iedere geval meer aanknopingspunten voor beleid dan het alsmaar praten over de ZZP’er. Een slimme mix van maatregelen zou moeten voorkomen dat mensen in het ongeluk van ongewild ondernemerschap worden gestort. Tegelijkertijd zou men meer moeten stimuleren dat bijvoorbeeld de deeltijdzelfstandige kan uitgroeien tot een volwaardige zelfstandige en dat bewuste zelfstandige de stap van ZZP’ naar voorbeeld top zelfstandige of ZMP’er kan maken.  Dat kan door gerichte scholing en meer kansen te creëren bij het verwerven van opdrachten.
Kortom specifieke groepen met specifieke vraagstukken vragen om specifieke maatregelen. Hopelijk stellen de beleidsbepalers zich dan nu ook de vraag: ‘De zelfstandige? Welke zelfstandige?’

Mark de Koning