Na 12 september
Het nieuwe regeren voor ondernemend Nederland
De media wisten te berichten dat ondernemers eigenlijk geen idee hebben welke partij hun belangen het beste dient. Ondernemerschap en stimulering daarvan staat bij niet een partij hoog op het lijstje. De verkiezingsprogramma’s van veel partijen worden nog steeds voor een belangrijk deel ingevuld met het oog op de wensen van het electoraat dat die partij denkt aan te spreken. En ondernemers zijn een verwaarloosbaar deel van het electoraat, maar voor de welvaart van het land onmisbaar. Een slecht uitgangspunt dat bovendien nog eens tot onvermijdelijk breken van verkiezingsbeloften leidt. Niet alleen omdat niet een partij in Nederland de illusie kan koesteren de absolute meerderheid te halen ,maar ook –en dat is eigenlijk niet zo slecht- omdat de uiteindelijke ministers zich niet al teveel gelegen laten liggen aan wat op partijcongressen bedisseld wordt en vaak, maar nog te weinig, doen wat ambtenaren, SER of commissies adviseren. Niet voor niets zei Henk Vredeling al “Congressen kopen geen straaljagers” . Ik had er ook niet aan moeten denken als Wouter Bos de beslissingen over de redding van het Nederlandse bankwezen eerst aan een congres had moeten voorleggen.
Waar brengt ons die gedachte na 12 september , wanneer we met grote zekerheid op een 4- of zelfs 5-partijen coalitie afstevenen?
De formatie zal des te langer duren naarmate de onderhandelaars van partijen geketend zijn aan partijresoluties en dogma’s , meerderheidstrategieën , en meer van dergelijke contraproductieve factoren voor een snelle creatie van een regering.
Beter is het om, zoals bij het in onze gelederen veelal verfoeide Kunduz-akkoord gebeurde, te zoeken niet naar de verschillen , maar naar de overeenkomsten. En dan niet speciaal de programmatische overeenkomsten , maar de overeenkomsten in de aanpak van de problemen waarvoor ons land zich gesteld ziet: woningmarkt, arbeidsmarkt, onderwijs en zorg en dat alles binnen een sterk Europa. De specialisten van de partijen, niet alleen in de kamer maar ook daar buiten, kunnen het over oplossingen mijns inziens sneller eens worden dan over uitgangspunten. Dat betekent onvermijdelijk dat een aantal speerpunten van beleid in de ijskast moeten.
Dat zij zo, dat moeten ondernemers ook regelmatig onder ogen zien; als het niet kan zoals het moet , moet het maar zoals het kan. Als deze onderwerpen aangepakt worden met eenduidige en niet halfslachtige oplossingen, en oplossingen met visie op de lange termijn, groeit het vertrouwen van ondernemers in de politiek en weten ze bij volgende verkiezingen wel op welke partij ze moeten stemmen.
Hopelijk de Pvda….
Jan van der Steenhoven